Doffers- en duivinnenstammen


Witroek doffer.

Algemeen wordt aangenomen dat uit ieder broedsel een doffer en een duivin geboren wordt. Volgens de cijfers worden 50% doffers en duivinnen geboren, 25% twee doffers en 25% twee duivinnen. Toch zijn er fokkers die aan het eind van het kweekseizoen meer jonge doffers of duivinnen overhouden. Het overhouden van meer doffers komt in de realiteit echter meer voor dan het overhouden van meer duivinnen.

Ikzelf fok meestal meer duivinnen (65% en 70%). De vraag is of dit louter toeval is of dat er factoren zijn die dit gegeven beïnvloeden? Kan het een erfelijkheidsfactor zijn, m.a.w. of sommige dieren hun stempel kunnen drukken op de nafok en dus ook hun nakomelingen?


Witroek duivin.
Bij een tekort na de fok aan duivinnen ligt de oorzaak soms bij de fokker zelf. Als de ouders hun jongen voederen, krijgt het kleinste jong automatisch weinig of niets. Als je dan niet bijspringt en het diertje mee helpt opvoederen sterft het vaak en meestal is dit een duivin. Je kan het diertje echter redden door het grootste jong op te ruimen of door van een ander nest de hele broed op te ruimen. Je legt dan het kleine, achterblijvende, in dat nest en binnen enkele dagen zal het op volle toeren zijn. Soms kan je het gewoon in een ander nest met maar 1 jong van dezelfde grootte toevoegen.

Volgens sommige fokkers komt uit het eerste ei meestal een doffer en uit het tweede een duivin. Het eerste eitje wordt soms al bebroed voordat het tweede er is waardoor het meestal vroeger
uitkipt.


Eerste ei dat uitkipt.
Het niet gelijktijdig uitkippen van de eieren kan ook een belangrijke lichamelijke achterstand opleveren zeker als de tijd tussen het uitkippen van de twee eieren meer dan 24 uur bedraagt. Na een week kan het eerste jong dubbel zo groot zijn, wat noodlottig is voor het tweede. Als deze theorie klopt, is er al weer een doffer meer en een duivin minder. Spijtig dat er een van beide nestjongen zo vaak sterft. Ikzelf neem het eerste eitje weg en leg een kunstei in de plaats tot het tweede eitje gelegd is. In dit geval weet ik uit ervaring dat het tweede ei eerst zal uitkippen en bijgevolg hogere levenskansen heeft. Als voornoemde theorie van deze fokkers mocht kloppen, verklaart dit misschien het hogere aantal gefokte duivinnen in mijn stam. In elk geval kan je de eieren merken en alles extra controleren om zo tot eigen conclusies te komen.